Methode voor oorverkleining volgens Di Martino (1856)
Deze oorcorrectie is een wigvormige incisietechniek om te grote oren te verkleinen.
Oorcorrectie volgens Ely (1881)
Bij de oorcorrectietechniek die hij beschreef, verwijderde Ely een spoelvormig deel van de pinna en fixeerde hij de pinna met een mastoïdhechting. Het mastoid is de processus mastoideus, een benig deel van het schedelbot achter het oor, dat bij een hele reeks methoden voor fixatie wordt gebruikt.
Methode volgens Keen (1889)
Deze methode was de eerste om plaatsing van het oor te bereiken door de zogenaamde anthelix (middenoorplooi) te modelleren.
Methode volgens Morestin (1903)
Een kleine aanpassing van Ely’s procedure werd ook gebruikt voor zijn oorcorrectie. Er werd een stuk kraakbeen uitgesneden om het vorm te geven.
Techniek volgens Goldstein (1908)
Goldstein bevestigde het kraakbeen van de oorschelp (concha) aan het periost (van het mastoïd) zonder kraakbeen te verwijderen. Dit staat tegenwoordig bekend als auriculaire rotatie = concharotatie.
Werking volgens Luckett (1910)
Hij verwijderde een spilvormig stukje kraakbeen uit de oorschelp en naaide de randen van het kraakbeen aan elkaar zodat wanneer het oor gesloten werd, het plat lag en een anthelixplooi vormde.
Techniek volgens Davis en Kitlowski (1937)
Zij waren de eersten die het gebruik beschreven van in kleur gedrenkte naalden om de te vormen anthelixplooi te markeren. Dit wordt vandaag de dag nog steeds vaak toegepast voor oorcorrecties.