Fibrose is een pathologische woekering van bindweefsel. Dit bevat onder andere verschillende vezelstructuureiwitten zoals collageen.
Terminologie: Fibrose komt van het Latijnse woord fibra, wat vezel betekent.
In de plastische chirurgie wordt kapselfibrose na een borstvergroting nog maar zelden waargenomen bij de jongere generatie borstimplantaten. Dit leidt tot een verharding van het anders zo kwetsbare implantaatkapsel.
In de handchirurgie is de meest voorkomende variant de ziekte van Dupuytren, ook wel bekend als palmaire fibromatose.
Dit wordt veroorzaakt door een toename van collageenvezels in de fascia van de handpalm. Het resultaat is een verharding van de aangetaste gebieden en later een kromming van de bijbehorende vingers.
Fibromatose van de voetzool, vergelijkbaar met de ziekte van Dupuytren, wordt de ziekte van Ledderhose genoemd. Beide aandoeningen kunnen in combinatie of onafhankelijk van elkaar voorkomen.
Voorbeelden van fibrose in andere medische disciplines:
- Long F.: een aandoening die volgt op verschillende chronische longaandoeningen.
- Retroperitoneale F.: remodellering van bindweefsel in het bekkengebied. Ureters, niervaten en andere structuren kunnen worden ommuurd.
- Cystische fibrose (= taaislijmziekte): Een erfelijke stofwisselingsziekte waarbij verschillende klieren (eccriene klieren) een stroperige afscheiding produceren die leidt tot massale ventilatieproblemen, vooral in de longen.